Telefoongesprek

a

Er was een naam op het scherm van de vrolijk kwetterende mobiele telefoon verschenen. Deze naam had voor een glimlach op het gelaat van de man gezorgd, zonder dat hij zich er ook van bewust was. Bij een aantal andere namen in het geheugen van zijn telefoon zou zijn gezicht tot een grimas zijn vertrokken. Het was in dergelijke gevallen zelfs mogelijk dat hij de telefoon liet overgaan tot het kwetteren ophield. Bij haar naam nam hij echter altijd op. Zelfs als hij daarvoor onder de douche vandaan moest komen. De glimlach was echter vervaagd bij het horen van haar snikkende stem tot alleen de ernst was overgebleven waarmee hij luisterde. Thomas had zich in de woonkamer op de plavuizen laten zakken terwijl enkele meters van hem vandaan een onbenutte zithoek stond.

"Waarom kom ik bij jou?"

Luisterend naar haar stem staarde Thomas met de telefoon in de hand voor zich uit. Het kleurrijke interieur kon niet verhullen dat hij hier alleen woonde. Het was stil in de woonkamer met de aangrenzende keuken. Zoals in elk ander vertrek van zijn huis. Net zo stil als het nu in de telefoon bleef. Even dacht Thomas dat Muta de vraag hardop aan zich zelf had gesteld tot de stilte voort duurde. "Ik weet het niet", zei hij naar waarheid.

"Je hebt geen vrouw of kinderen en toch kom ik bij jou met mijn problemen."

Thomas luisterde onbewogen naar haar stem. Haar relaas had achter zijn gesloten ogen het verleden opnieuw tot leven gebracht. Pijnlijke herinneringen opgerakeld waarvoor hij goede redenen had om ze te verdringen bij gebrek aan iemand om er over te praten.

"Ik heb een redelijk voorstellingsvermogen."

Hij opende zijn ogen en probeerde te lachen, maar het mislukte.

"Is er iets?" Muta klonk ongerust.

Ze maakte zich terecht zorgen. Iedereen had recht op zijn eigen problemen, zoals hij soms grimmig grijnzend tegen mensen in zijn omgeving opmerkte als niet alles naar wens verliep.

"Nee, gaat het weer?" Hij had het minder uit belangstelling gezegd dan wel meer om zelf geen onderwerp van gesprek te willen worden.

"Ja, nu weer wel. Bedankt dat je naar me hebt willen luisteren."

Hij keek toevallig naar het zwarte scherm van de televisie. Zijn voorkeur ging uit naar een boek en de radio. De laatste had hij slechts aanstaan om de stilte uit het huis te verjagen.

"En nou me niet meer storen. De helft van de film is al voorbij."

"Eikel", hoorde hij haar zeggen.

Beiden wisten van elkaar dat de ander het niet had gemeend.

"Je weet mijn nummer."

"Bedankt", zei ze nogmaals.

Hij verbrak de verbinding, maar bleef nog geruime tijd zitten. De plavuizen voelden ruw en koud aan.