hoofdstuk 10

a

licht vrachtschip Tormen

Op het uitgeschoven landingsplatform stond een raptor, waarvan de in vier nummers uitgevoerde aanduiding geen deel uitmaakte van het aan boord van de Tormen gestationeerde detachement toestellen. Het moment dat ze hadden gevreesd was na bijna een week dan toch uitgekomen. Een raptor van de battlestar Pegasus had een nader onderzoek ingesteld zodra ze op DRADIS een koloniaal signaal waarnamen. De bemanning bleek gretig op de uitgezonden uitnodiging van luitenant Diana in te gaan. Ze had daarbij een blik met Wick gewisseld toen ze hem een pistool overhandigde. Dit was voor de luitenant een zaak voor de militairen. Hij zou op de brug blijven en de rest aan Artemis en de officieren onder haar commando overlaten.

"Zijn jullie op je vlucht nog andere schepen tegengekomen?", vroeg de piloot, nieuwsgierig om zich heen kijkend. Hij klakte met zijn tong bij het zien van Patricia voor haar broer zich beschermend voor haar opstelde met een dreigende blik in zijn ogen en als bij toeval een stuk gereedschap in zijn handen. Grijnzend legde de piloot een hand op de kolf van zijn wapen en wisselde een lustvolle blik met zijn ECO. Hij keek met de arrogantie van een man, die alles toe behoorde wat hij met zijn ogen zag.

"Jullie zijn de eerste raptor die we zien", antwoordde luitenant Diana naar waarheid. Een korte beweging met haar hoofd en Patrick verdween met zijn zus.

"We zullen de Tormen naar de Pegasus leiden. Admiraal Caïn zal jullie vast verwelkomen."

"En wat gaat er met de burgers aan boord van dit schip gebeuren?", vroeg luitenant Veerle onschuldig. Het ging haar goed af want geen van beide vliegers leek iets te vermoeden.

"Daar laten we de admiraal over beslissen."

"Laten we naar de kantine gaan. Daar wachten mijn andere officieren op jullie komst."

"Met gevulde glazen, hoop ik", riep de ECO en lachte schaterend.

Luitenant Veerle had weinig anders verwacht. Ze liep achteraan. Haar hand omklemde de kolf van het pistool. Gereed om het wapen te trekken zodra luitenant Diana het sein gaf. Voor ze echter de kantine bereikten hadden de vliegers van de battlestar Pegasus een goede reden om hun eigen wapens te trekken. Het gebeurde volkomen onverwachts bij het passeren van een personeelsverblijf, waar ze een nieuwsgierige blik naar binnen hadden geworpen. Zoals bij elk vertrek al was gebeurd, waarvan de deur open stond.

"Handen in de lucht en verroer je niet."

Stacy keek geschrokken op met haar armen nog in de mouwen van een trui. Ze was bezig zich om te kleden. De piloot stormde naar binnen en ramde de loop van het pistool in haar maag. Stacy klapte dubbel van de pijn en kreeg nog een klap te verwerken die haar met een smak op de voer deed belanden. Van de kant van de piloot was er voor de Cylon geen enkel mededogen te verwachten

"Wat doe je nou?", Schreeuwde luitenant Diana met nu ook haar wapen in de hand.

De piloot draaide zich om. De triomf was van zijn gezicht te lezen.

"Het is een Cylon", hij keek weer neer op de kreunende toaster, "we hebben er ook eentje aan boord. Net als zij. Hoe heet deze? Heet jij ook Gina?"

"Mijn naam is Stacey."

Verlekkerd keek de ECO over de schouder van de piloot. Grijnzend keek hij naar de vrouwelijke officieren en de wapens in hun handen.

"Onze Gina is niet meer zo vers, als je begrijpt wat ik bedoel, maar Thorne weet er wel raad mee."

"Wie is Thorne?", vroeg luitenant Veerle tot het uiterste gespannen omdat het niet volgens het opgestelde plan verliep. Als er hier een vuurgevecht uitbrak was het maar de vraag wie er zou winnen en hoeveel slachtoffers er daarbij te betreuren zouden zijn.

"Luitenant Thorne is onze Cylon ondervrager. Als hij klaar met haar is komen wij aan de beurt en wij weten wel raad met deze machines."

Een primitieve lust deed de ogen van de ECO glanzen.

"Ik moet meteen de brug informeren", riep luitenant Diana na snel te hebben nagedacht en rende naar de dichtstbijzijnde telefoon.

"Hebben jullie er twee aan boord?", vroeg de ECO ongelovig, "wat hebben jullie een geluk dat wij aan boord zijn gekomen."

De piloot en de ECO stootte elkaar als een stelletje kwajongens aan. Luitenant Veerle zag dat de andere officieren op het tumult waren afgekomen met luitenant Stijn voorop. Het lukte haar weer om opgelucht adem te halen. Ze drukte de pistool tegen de borst van de ECO.

"Inderdaad en nu jullie handen omhoog."

"Wat?", vroeg hij met een verbijsterde blik in zijn ogen.

"Alle onder controle, Tippi?", vroeg luitenant Stijn en zag de brunette knikken.

Stacey veegde met een hand het bloed onder haar neus weg voor ze begon te glimlachen naar de bezoekers.

"Welkom terug bij de koloniale vloot."

"Jullie werken met hen samen?", vroeg de piloot verbijsterd terwijl luitenant Stijn het pistool uit zijn hand trok.

"Nee", ontkende de weer opgedoken Diana, "maar kennen jullie het schip met de naam Scylla nog? De mensen die admiraal Caïn daar bewust achterliet om te sterven hadden ons heel veel te vertellen."

 

"Bedankt."

De shuttlepiloot legde langzaam de hoorn neer terwijl zijn gedachten chaotisch alle kanten op leken te gaan voor hij zich wist te concentreren op de taak die voor hem lag. Hij deed een aantal stappen naar achteren, trok zijn pistool en richtte deze op de vrouw aan de andere kant van de tafel. Ze deinsde naar achteren.

"Blijf staan."

"Wat doe je? Ben je gek geworden?", vroeg Lishaf.

"Ik heb orders van luitenant Diana gekregen."

Hij zag haar knikken en iets in haar houding veranderde.

"Vreemd, je leek me nooit iemand die zonder er over na te willen denken zijn bevelen opvolgde als een gehoorzame hond."

Ze klonk anders, toonlozer. Als ze het langer had volgehouden om hem voor gek te verklaren dan zou hij het misschien hebben geloofd. Ze zag er zo menselijk uit, maar toch had Diana overtuigend geklonken, zonder over bewijzen te beschikken. Er stond volgens haar een Cylon tegenover hem.

"En toch sta ik hier met een pistool in mijn hand."

"Het bewijst slechts hoe moeilijk je te doorgronden bent, Wick."

"Vertel me eens wat nieuws", zei hij met de weer terug gekeerde grijns op zijn gezicht.

"Goed, ik geef me over."

Ze strekte haar handen naar hem uit alsof ze zich bereidwillig door hem in de boeien wilde laten slaan.

"Blijf staan."

Ze kwam achter de tafel vandaan. Hij week uit naar achteren in een zwakke poging om een veilige afstand tussen hen te bewaren. Tot hij met een klap de wand achter hem raakte. Lisha glimlachte hem toe.

"Of anders?", vroeg ze met een weer beminnelijke stem.

Het geluid van het pistoolschot werd door de wanden van de brug weerkaatst. De verbijsterd toekijkende Rosalinda had te laat de handen tegen haar pijnlijke oren gedrukt. Bleek alsof elke druppel bloed uit zijn gezicht was weg getrokken keek Wick op de kreunende vrouw neer. Het was de eerste persoon die hij in zijn leven had neergeschoten. De eerste machine, corrigeerde hij zich zelf in gedachten. Ze omklemde haar bloedende been, waar hij eigenlijk olie verwacht had te zien. Het stroomde tussen haar vingers door en druppelde op de vloerplaten.

"Blijf daar."

Hij zag Rosalinda weer gaan zitten met de EHBO-koffer op schoot. Als Artemis nu maar gelijk had!

 

Wick keek met een spijtig gezicht naar het kleinste van de drie personeelsverblijven dat hij zich zo'n beetje had toe geëigend. De geconsumeerde inhoud van blikken met voedsel hadden weer één van de stapelbedden vrijgemaakt waar hij zich dagelijks ten ruste legde. Nu waren alle nog aanwezige blikken op een andere plek ondergebracht. De originele deur was verwijderd en een door Hendrik ontworpen ervan afgeleide versie van glas en tralies met meerdere sloten was ervoor in de plaats gekomen. Wat hij tot voor kort nog als zijn eigen verblijf had beschouwd was nu in een cel veranderd. Vanaf nu zou hij weer bij de bemanning moeten slapen en in het ergste geval een voor verwarmd matras moeten omdraaien als alle andere bedden bezet waren. De twee Cylons waren bij zijn verschijning behoedzaam overeind gekomen. Lisha ontzag daarbij haar gewonde been. Ze had in zijn ogen nog steeds niets weg van een machine.

Luitenant Diana keek naar de met haar mee gekomen vliegers. Beide mannen waren geboeid om elk onnodig risico uit te sluiten.

"Jullie gaan ons alles vertellen wat we willen weten."

"Wat zijn jullie met ons van plan als we weigeren?", vroeg de piloot alsof de arrogantie geen moment van zijn zijde was geweken.

"Dan sluiten we jou op in de enige cel die er aan boord is. Jullie hebben je kennelijk geamuseerd van eentje van dezelfde assemblagelijn als deze twee hier. Het lijkt me wel zo eerlijk dat zij nu aan de beurt zijn", Diana keek de ECO aan, "Na hem kom jij aan de beurt."

"Je gaat ons vertellen wat jullie met Gina hebben gedaan", beloofde Stacey dreigend.

Wick fronste zijn wenkbrauwen. De vliegers keken nu opeens een stuk minder zeker van hun zaak.

 

Raptor 1014 had op het uitgeschoven landingplatform veel van haar vroegere robuuste uitstraling verloren. Onthutst keken de vliegers naar het toestel, voor ze zich omdraaiden naar luitenant Veerle. Eerst waren ze blij geweest nadat ze hoorden dat ze mochten vertrekken, maar nu hadden ze hun twijfels. Platen van de romp waren verdwenen en hadden delen van het skelet en interieur van de raptor bloot gelegd. Na een vlugge visuele inspectie bleek er nog veel meer verdwenen te zijn.

"Wat hebben jullie ermee gedaan?", vroeg de piloot argwanend.

"We konden de onderdelen gebruiken", antwoordde luitenant Veerle alsof het gewoonste zaak van de wereld was. Ze zag de ECO de raptor dichter naderen voor hij zich met een ruk omdraaide.

"Waar zijn onze motoren?", schreeuwde hij zo hard in de microfoon van zijn helm dat de ECO slecht verstaanbaar was, maar de luitenant begreep hem zo ook wel.

"De aandrijvingen van onze raptors beginnen slijtage te vertonen", verklaarde ze en haalde daarbij haar schouders op.

"Hoe moeten we dan terugkeren naar de Pegasus?", vroeg de piloot weer.

"Niet, hier is extra zuurstof", zei luitenant Veerle en reikte elk van hen een extra tank aan. Ze deed het voorzichtig om niet in de vuurlijn van luitenant Stijn en Wick te komen. Zij waren met haar mee gekomen om zich gezamenlijk van de gevangenen te ontdoen. Het was een taak die ze vrijwillig op zich had genomen. Haar lang geleden als ECO verdiende roepnaam van Tippi bleek nu bijzonder onpasselijk te zijn. Ze zag er misschien nog steeds uit als een klein meisje, maar de oorlog met alle bijbehorende gruwelen hadden haar gehard.

"Jullie laten ons hier achter?", schreeuwde de ECO.

"We hebben de transponder intact gelaten. Admiraal Caïn is vast al een zoekactie gestart."

"We zullen stikken als ze ons niet vinden", probeerde de piloot nog met gevouwen handen zonder hardop uit te spreken waar hij bang voor was. Het was altijd mogelijkheid dat de admiraal helemaal geen zoekactie zou ondernemen en niemand van de bemanning zou haar hiervoor om opheldering durven vragen.

"Het zal in dat geval, gelukkig voor jullie, sneller voorbij zijn dan voor de mensen die admiraal Caïn aan boord van die vijftien schepen heeft achtergelaten."

Ze liep tussen luitenant Stijn en Wick door naar een paneel in de hangar. Een druk op de groene knop sloot de hangar af. Een volgende druk op de blauwe knop bracht de hangar weer op druk. Tegen de tijd dat ze hun helmen af konden doen had ze de laatste knop met een zwarte kleur al in gedrukt. Het landingsplatform werd ingetrokken.

 

Beschaamd keek Patrick naar de vloer. De drie ondervragers tegenover hem leken zich weinig om zijn gevoelens te bekommeren. Ze wilden slechts alle feiten weten.

"Ze vroegen mij om een witte disk uit de raider te halen. Het zag eruit als een apparaat, maar ik dacht er eigenlijk niet bij na."

"Heb je nog meer voor hen gedaan?", drong luitenant Diana bij de jongeman aan. Boos dat hij het niet had gemeld.

"Ik heb ze eten en drinken gebracht. O, en kleren."

"Beschrijf de disk. We moeten deze vinden. Het kan belangrijk zijn voor ons overleven."

"Wat gaat er met mij gebeuren als we de disk hebben gevonden?"

"Je lijkt me al voldoende gestraft", zei Wick kalm. Hij had weinig vragen tijdens het intensieve verhoor gesteld en meer geobserveerd. Waarbij de shuttlepiloot voor zijn gevoel ook genoeg te weten was gekomen.

De jongeman knikte. Hij had weer hoop gekregen. Behulpzaam vertelde hij alles aan hen wat hij zich nog kon herinneren. Daarna mocht hij gaan. Luitenant Diana keek opzij naar de al opgestane shuttlepiloot. Kritisch op wat ze hem eerder had horen zeggen.

"Je lijkt me al genoeg gestraft?"

"Hij is geen collaborateur. De vrouwen die hij begeerde waren machines. Het lijkt me al erg genoeg voor hem. Ik ga niemand straffen omdat hij geil was."

"Hij niet alleen."

"Geen zorgen, ik ben goed in het bewaren van geheimen. Ik zal het niet verder vertellen."

Hij klopte haar bemoedigend op de schouder bij het verlaten van het vertrek.

"Wat bedoel je? Hé, wacht. Ik had het over mannen. Ik ben niet geil", riep ze hem na nadat hij om de hoek was verdwenen met een brede grijns op zijn gezicht. Gegrinnik deed haar omkijken naar luitenant Veerle, de laatste van het trio ondervragers. De jonge vrouw trok haar gezicht in plooi zodra ze de ogen van haar meerdere op zich zag gericht.

"Hij heeft me verkeerd begrepen", probeerde Diana te benadrukken.

"Ja, mevrouw", antwoordde de jonge vrouw en bedacht vrolijk dat het meer mensen aan boord overkwam, die nauw met Wick samenwerkten. Voor de zekerheid liep ze wel met een wijdere boog om de stoel, waarop Diana zat, heen dan gebruikelijk voor haar was. Knarsetandend keek luitenant Diana naar haar vragenlijst.