hoofdstuk 9

a

licht vrachtschip Tormen

Puzzelend tuurde Stacey naar het scherm. Zover als het alziende oog van DRADIS reikte was het scherm leeg, maar daar vlak buiten bevond zich iets. De sensoren registreerden het zo nu en dan als het zich te dichtbij waagde. Het had de omvang van een raider. Het was al kort na het activeren van de verborgen transponder verschenen, waardoor Stacey het vermoeden had gekregen dat er een basestar in de nabijheid was. Het vooruitzicht om weer spoedig te midden van haar soortgenoten te zijn maakte de Cylon blij. Tot het signaal voor langere tijd van het scherm was verdwenen en een aanval op het schip om voor haar onduidelijke redenen werd uitgesteld. De op en neer lopende luitenant Diana was het nog ontgaan dat het schip werd gevolgd. Het signaal verscheen weer op de rand. Stacey wierp een blik op de vrouwelijke officier.

Boven het hoofd van Diana waren meerdere monitoren opgehangen waarop de achtervolger eveneens was te zien. De luitenant had het echter te druk met het voor haar open geslagen boek van Pythia. Het boek moest al decennia in de familie van Adanya zijn zo oud als het eruit zag. Voorzichtig om geen scheuren te veroorzaken sloeg ze bladzijde voor bladzijde om. Ze zocht naar informatie waaruit ze de locatie van Kobol kon afleiden. Ze hief het hoofd op, bespeurde geen verandering op de schermen en zette haar zoektocht voort.

Nadia knipoogde naar haar jongste dochter voor Hendrik haar rond draaide in de kantine. Alle tafels en stoelen waren aan de kant geschoven en dansende mensen hadden de ontstane ruimte in gebruik genomen. Talitha zwaaide met haar armen op de maat van muziek terwijl Lisha het meisje vast hield. De Cylon had zich onder de dansende mensen gemengd en deelde in de plezier die de bemanning beleefde. De alleen maar klassieke dansen kennende Hendrik wist zich met Nadia even goed te vermaken als het wild bewegende duo Rosalinda en Patricia, terwijl ze allemaal naar dezelfde muziek luisterden. Hoofdschuddend keek luitenant Stijn in gezelschap van Wick vanaf de zijlijn naar deze vrolijke chaos. De shuttlepiloot kwam met een fles en twee mokken aanlopen. De ECO keek hoe de doorzichtige vloeistof uit de fles gutste.

"Zoiets was aan boord van de battlestar Athene ondenkbaar geweest."

"Gelukkig voor jou zijn we aan boord van de Tormen."

Wick wachtte met drinken tot hij de luitenant een slok zag nemen voor Stijn begon te proesten. Het gezicht van de marineofficier klaarde op.

"Wat is dat?", vroeg Stijn met zijn lippen smakkend.

"We hebben de beste distilleerderij van de Twaalf Koloniën hier aan boord. Laten we niets verspillen."

"Het smaakt verschrikkelijk."

Grijnzend keek Wick toe hoe de luitenant nog een slok nam.

"Vermaken we ons, heren?"

Adanya was bij hen komen staan. De mannen bevestigden het en keken verbaast toe hoe ze de mokken uit hun handen pakte om ergens neer te zetten.

"En nu gaan we ons echt vermaken."

"Hij is de beste danser van ons tweeën", beweerde Wick heel overtuigend terwijl hij naar de verbaasde Stijn wees. De man hief zijn handen in onschuld op en schudde heftig het hoofd.

"Ik heb nog nooit dansles gehad."

Na te hebben geluisterd naar de steeds fantasierijker wordende excuses van de mannen waarom ze hen het beste met rust kon laten, trok Adanya het tweetal tenslotte met zich mee de dansvloer op.

"Conditie één voor het gehele schip. Ik herhaal, conditie één voor het gehele schip."

"Gered door de Cylons", mompelde Wick. Hij had geen dienst, maar greep deze gelegenheid aan om de dansvloer meteen te kunnen verlaten. Gevolgd door Stijn en Rosalinda.

Lisha zette Talitha neer. Het meisje zocht meteen haar moeder op. De Cylon keek om zich heen en vroeg zich in stilte af of Stacey er iets mee te maken had.

Op de brug troffen ze een gecontroleerde chaos aan. Op een scherm boven de tafel konden ze bij binnenkomst meerdere signalen zien. De shuttlepiloot zag luitenant Diana de koers van het schip aanpassen. Stacey keek bewegingloos voor zich uit terwijl ze het op dit moment eigenlijk razenddruk moest hebben.

"Neem haar plaats in, Roos", beveelde hij, "Nitro, vertel me wat je ziet."

De luitenant deed nog enkele stappen naar de tafel met zijn ogen strak op het middelste scherm gericht.

"Tien ongeïdentificeerde signalen van beperkte omvang. Het zijn waarschijnlijk raiders."

"Blijf ze volgen. Roos?"

"De computers zijn uitgezet. Ik start ze opnieuw op."

"Ik weet niet wat ik gedaan heb, maar plotseling waren alle schermen zwart."

"Zonder te rapporteren?", schreeuwde Diana ontzet en boos tegelijk.

Achter haar rug was iets gebeurd dat tot een tragedie kon gaan leiden en ze was zich er tot de komst van Wick geen moment van bewust geweest.

"Het spijt me."

"Je had het moeten melden," schreeuwde Diana nu alleen nog maar boos.

Stacey voelde de hand van Wick op haar schouder.

"Ga naar je zus."

De hand verdween. Wick had alleen nog maar oog voor Rosalinda. Het opstarten was mislukt en het meisje begon naar de oorzaak ervan te zoeken. Stacey keek om, maar iedereen was te geconcentreerd op waar ze mee bezig waren om haar vertrek op te merken. Glimlachend verliet de Cylon de brug. Dankzij haar zouden de raiders het makkelijk krijgen.

"Frak. Ik snap niet hoe ze dit voor elkaar heeft gekregen."

"Ik vertel het je moeder als je nog eens frak zegt."

Hij zag het meisje op haar onderlip bijten. Nooit eerder had hij Rosalinda iets lelijks horen zeggen. Haar moeder mocht trots zijn.

"Nitro?"

Luisterend naar hoe snel de raiders hen naderden besefte Wick de hachelijkheid van de situatie waarin ze verkeerden.

"De computer start op", riep Rosalinda.

"Vertel het me zodra we kunnen springen, Roos."

Hij liep naar de tafel en schakelde de intercom in. Luitenant Stijn keek niet langer naar het scherm zodra hij de shuttlepiloot in de hoorn hoorde praten. Hij zag de in het niets starende blauwgrijze ogen op zich gericht.

"Hier spreekt Wick. Maak jullie gereed om het schip te verlaten. Luitenant Veerle zal met Marlieke in raptor vier drie één vertrekken. Luitenant Reitze met Stacey in raptor vier drie acht. Luitenant Diana met Patrick in de raider. Luitenant Stijn met Talitha in de tanker. Succes."

Wick hing de hoorn op en keek naar het meisje.

"Het spijt me, Roos. Jij blijft hier bij mij. We moeten proberen het schip te behouden."

Het meisje was bleek geworden. Overtuigd dat deze woorden haar doodvonnis inhielden. Misschien konden ze nog op het laatste moment raptor 876 bereiken, maar voor de te verrichten handelingen om ermee weg te komen zou eenvoudig de tijd ontbreken. In de hoeken van haar ogen welden tranen op. Het was meer dan hij verdragen kon. Wick draaide zich om en liep naar de bemande pilotenstoel.

"Ik ruil met haar", hoorde hij Nitro zeggen.

Luitenant Diana keek om en zag de shuttlepiloot eveneens omkijken.

"Jij vliegt met Talitha in de tanker."

"We kunnen met minder raptors vertrekken", hield Nitro vol.

"Negeer jij een bevel, luitenant?", snauwde Wick op barse toon.

De man ging automatisch rechter staan voor hij langzaam het hoofd schudde. In zijn leven bij de koloniale marine was hij gewend geraakt aan het opvolgen van bevelen. Hoe onzinnig deze soms ook waren geweest. Voor de eerste maal zolang hij het zich kon herinneren treuzelde luitenant Stijn. Het was Rosalinda die hem de keuze uit handen nam. Ze pakte zijn onderarm vast.

"Red mijn moeder en zusje."

Het was stil, tot zover je van een stilte kon praten op de brug met de draaiende ventilatoren van de computerapparatuur, elektronische geluiden en de geruststellend klinkende humnn waarmee DRADIS de ruimte om het schip met onzichtbare stralen aftaste.

"Ik zweer het", Nitro hief het hoofd op, "ik zweer het jullie."

Wick knikte en glimlachte zelfs. Naar Diana maakte hij slechts een beweging met zijn hoofd om haar van de brug te sturen. Ze bleef echter zitten.

"Je kan mij geen bevel geven", zei Artemis alsof ze luitenant Stijn in koppigheid wilde overtreffen.

Ze zag hem onverschillig zijn schouders ophalen.

"Je principes doen het voor mij."

Even keek ze hem strak aan voor ze haar gordel losmaakte en opstond. Als ze beiden bleven zouden er mensen een zinloze dood sterven.

"Vertrek voor het te laat is."

"Raptor acht zeven zes staat tot onze beschikking", zei Wick toonloos.

De houding van de shuttlepiloot vertelde haar genoeg. Hij gelooft het zelf niet.

"Beloof het me", drong ze aan.

Voor de eerste maal bracht hij de hand op de juiste wijze naar zijn hoofd. Ze ging in de houding staan om het saluut op gepaste wijze te beantwoorden. Beiden waren bewust dat ze afscheid van elkaar namen. Wick verbrak het oogcontact en controleerde de instrumenten voor hij de automatische piloot uitschakelde.

"Hoelang heb je nodig, Roos?"

"Elf minuten."

Hij wist dat het meisje haar uiterste best deed en geen enkele aansporing van zijn kant haar nog sneller kon laten werken. We hebben hooguit vijf minuten voor we binnen vuurbereik van de raiders zijn.

"Uitstekend."

 

raptor 431

Door de opening in de onderzijde van de raptor werden blikken aangereikt. Naast mensen werden ook in een snel tempo voorraden aan boord gebracht. De reeds aan boord van de raptor aanwezige mensen wachtte. Ze stonden, net als de overige toestellen, in verbinding met de brug. Luitenant Veerle was gereed om los te koppelen en van het schip op te stijgen. Marlieke had de coördinaten ingetoetst waarmee ze hen hier ver vandaan kon brengen. Rusteloos wachtte de bemanning tot Wick zijn falen zou toegeven.

"Als hij nog langer wacht dan moeten we in de buurt van het schip springen."

"En?", vroeg luitenant Veerle.

Verwonderd keek de vrouw naar haar vroeger leermeester.

"De romp zal daarbij zware schade oplopen", verduidelijkte ze.

"Het zal voor hen geen enkel verschil meer uitmaken."

Het duurde even voor de betekenis van deze woorden tot de programmeur was door gedrongen.

"Er is nog een raptor over", zei Marlieke zacht.

Luitenant Veerle bespaarde zich de moeite om hierop te reageren.

 

licht vrachtschip Tormen

Meer signalen waren op DRADIS verschenen. Het was ditmaal een nog grotere groep. Wick luisterde met een zekere berusting naar de melding van Rosalinda. Hij vloog al op vol vermogen en voerde het vermogen van de sub-lichtmotoren nog verder op tot bijna alle meters in het rood stonden.

"Ik ben nog maagd."

De onverwachtse bekentenis verdiepten de lijnen in het voorhoofd van de shuttlepiloot. Hij schakelde

"Je moeder zal vast blij zijn om dat te horen."

"Ik heb haar iets anders gezegd."

"Waarom?"

"Ze bleef er maar over doorgaan."

"Nadia had jouw leeftijd toen je geboren werd."

"Ik weet het." Rosalinda zuchtte diep. Ze had eigenlijk geen idee waarom ze tegen hem er over begonnen was. Haar handen bewogen zich snel boven het toetsenbord. De spoelen van de FTL waren zich nog aan het opwinden. Zonder dat dit gebeurt was ontbrak zelfs een extreem alternatief: het maken van een blinde sprong.

"Rosalinda?"

"Ja?"

"Blijf uit de buurt van Michel."

 

zware raider

Als enigen konden de inzittenden van de buit gemaakte en weer in gebruik genomen raider de achtervolgende toestellen zien naderen. Luitenant Diana herkende de naar voren gedraaide vleugelvorm van de jagers. Ze had deze voor de eerste maal boven Aquaria waargenomen. De jagers van de grotere groep hadden een andere vorm. Haar nog steeds bekend, maar dan van bezoeken aan het museum. Het ontwerp was van een decennia oudere oorsprong. Blijkbaar werden door de Cylons alle beschikbare middelen tegen de vijand ingezet. Aan deze gedachte kwam met vuurspuwende kanonnen een einde. Met een indrukwekkende demonstratie van wendbaarheid draaide de kleinere groep zich om en beantwoordde het vuur. Jagers van verschillende typen explodeerden. De formaties raakten verbroken. De gevleugelde toestellen draaiden om elkaar heen in een poging om elkaar in het vizier te krijgen.

 

tanker 27TB88

Luisterend naar het levendige verslag van luitenant Diana schudde Nitro verbaasd het hoofd. Het was alsof hij luisterde naar een reporter van de piramide-spelen. Het was onbegrijpelijk waarom de machines een onderlinge strijd leverden.

"Ik moet dronker zijn dan ik dacht."

"Heb jij gedronken?", vroeg een stem, alsof de dag des oordeels was aangebroken.

"Het waren maar een paar slokken", verdedigde luitenant Stijn zich met een schuldig gezicht, "en het gebeurde buiten dienst."

"Hoe kom jij aan drank?"

"Van de distilleerderij", onderbrak Wick, "laten we maken dat we hier weg komen voor de Cylons weer gaan beseffen dat ze nog steeds een gezamenlijke vijand hebben."

"Hebben wij een drankenstokerij aan boord?", vroeg luitenant Diana met een bijna overslaande stem.

"We springen", deelde Rosalinda mee.

Het volgende moment hadden ze de Cylons ver achter zich gelaten.

 

licht vrachtschip Tormen

Op de gang liep Lisha onrustig heen en weer. Na het verlaten van de raptor was ze direct naar de bergplaats gegaan, waar de Cylons de transponder voor de bemanning verborgen hielden. Ze had het apparaat uitgezet. Ongeduldig wachtte ze tot de officier en haar zuster waren uitgepraat. Zelfs op deze afstand kon ze elk woord van de reprimande van luitenant Diana horen.

"Het spijt me", verontschuldigde Stacey zich berouwvol, "ik dacht genoeg van luitenant Veerle te hebben geleerd om zelfstandig een sprong te kunnen maken."

Luitenant Diana nam het excuus met een knik in ontvangst.

"We hebben geluk gehad."

De Cylon beaamde het. Het was meer geluk dan de mensen verdiend hadden.

"Je zal vanaf nu alleen nog onder onze toezicht de FTL bedienen tot wij overtuigd zijn dat je dit zelfstandig kan."

"Ja, mevrouw."

Stacey keek de luitenant na. Lisha was bij haar komen staan. De bemanning had geen afdoende verklaring voor waar ze getuigen van waren geweest, maar zij wel.

"Het moeten de Guardians zijn geweest", fluisterde ze Stacey toe.

Na het einde van de eerste oorlog met de mensen waren deze centurions met de eerste hybride verdwenen. De basestar was met onbekende bestemming vertrokken. Voor de achtergebleven Cylons waren ze een legende geworden. De bijna als antiek beschouwde jagers bleken in de metalen handen van de verouderde, maar ervaren centurions nog steeds te voldoen.

"Ik weet het."

"Zonder deze mensen zouden we het nooit geweten hebben of ze er nog waren."

Zuchtend keek Stacey haar zuster aan.

"Je begint aan ze gehecht te raken."

"De persoonlijkheden aan boord intrigeren me."

"Ik had nooit moeten voorstellen om ons als gevangenen voor te doen. We zouden met de centurions een goede kans hebben gemaakt om hen te overmeesteren."

"En als we hadden gefaald?", wierp Lisha tegen.

"Dan hadden we nu niet tegen het deprimerende interieur van het schip aan te hoeven kijken. Het is elke dag weer hetzelfde."

"We zullen ons moeten aanpassen. Net als zij."

Stacey liep boos weg.