hoofdstuk 7

'

search and rescue ship 115

Aandachtig bekeken de rekruten de afbeeldingen van diverse door de Cylons gebruikte schepen. Het was belangrijk dat de toekomstige kanonniers deze wisten te onderscheiden van door de Koloniale marine gebruikte schepen om te voorkomen dat zij in de chaos dat tijdens elk gevecht ontstond op mensen zouden schieten. Het was een realistisch gevaar waar met name de militairen zich zorgen over maakten met een stelletje schietgrage burgers achter het geschut. Tijdens een gevecht ontbrak vaak de tijd om lang na te denken en zouden de rekruten onder druk beslissingen moeten nemen.

Een roodharige rekruut boog zich naar voren om de informatie onder de verschillende aanzichten van de raider beter te kunnen lezen voor hij zijn hand op stak om de aandacht van de instructeur te trekken.

"Hoe komen jullie aan deze informatie, meneer?"

"We hebben bijvoorbeeld de raiders gebruik zien maken van kanonnen en raketten. Alles wat we visueel of met behulp van onze sensoren waarnemen wordt geregistreerd. De leemten vullen we in met aannames tot we op een later tijdstip zekerheid hebben of deze correct zijn of bijgesteld dienen te worden."

Het klonk de rekruut heel begrijpelijk in de oren en hij knikte bevestigend. Hij verlegde zijn aandacht naar een schip met de vorm van een obelisk. De bijbehorende informatie was opvallend sober.


raptor 97

De Electronic Countermeasures Officer knikte een keer zonder dat hij er erg in had. Ze namen slechts een enkel vaartuig waar. Het schip met de vorm van een vierkante zuil met een taps toelopende voorkant doorkruiste de ruimte zonder een escorte.

"Geen raiders, meneer."

De squadroncommandant haalde een keer diep adem.

"In dat geval gaat de operatie door."

De ECO gaf deze informatie door aan de vliegers in de drie andere raptors, waarover zijn meerdere het bevel voerde. De eerste offensieve actie tegen de vijand zou spoedig van start gaan. Schepen van deze klasse waren tijdens verkenningsvluchten al eerder waargenomen, maar er was nog weinig over bekend. Het vermoeden bestond dat het vrachtschepen waren en de vliegers moesten uitzoeken of er bewijzen voor deze hypothese waren.

"Activeer de bewapening."

"Bewapening geactiveerd."

De elektronische apparatuur aan boord veroorzaakte een pulzerend gezoem. Onder normale omstandigheden vond de squadroncommandant het geruststellend klinken, maar vandaag was alles behalve een normale dag. Het was de bedoeling om de vijand te overrompelen voor de Cylons de kans kregen zich te verdedigen. Als ze een raider hadden waargenomen dan had Arian zonder aarzeling de aanval afgeblazen. Het was al eerder gebeurd omdat de omstandigheden niet in hun voordeel waren geweest. Het was de moeilijkste beslissing geweest dan hij zich tot nu toe kon herinneren. Nog moeilijker eigenlijk dan het juist door te laten gaan, besefte Arian nu.

"We gaan. Goede jacht."

De bevestigingen van de andere piloten kwamen binnen. De raptors verlieten de rots waarachter ze zich tot nu toe verscholen hadden gehouden. De snelheid werd snel opgevoerd om de afstand tot het schip snel te overbruggen. De eenheid in de formatie ging daarbij verloren, maar niemand bekommerde zich daar momenteel om.

"Vuur vrij."

Zonder aarzeling werd het bevel opgevolgd. De piloten keken nog enkele tellen de vurige staarten van de raketten na voor ze wegdraaiden om zo ver mogelijk uit de buurt te zijn als de raketten doel zouden treffen. De Cylons aan boord maakten geen schijn van kans om aan hen te ontkomen. De tijd dat nodig was om de FTL op te starten was langer dan de tijd die de marinevliegers bereid waren hen te gunnen. Het schip sidderde onder de explosies.


vrachtschip Dioscuri

Een onhoorbare zucht ontsnapte uit de mond van Fatum. Gestuurd door de XO om een boodschap over te brengen voor hij zo meteen weer terug zou keren. Hij had zijn hoofd weg gedraaid van de man, die zijn ergernis had opgewekt.  De luitenant met wie hij een gesprek had gevoerd was minder fortuinlijk.

"De kapitein wil alle passagiers inzetten bij het lossen van de raptors." De verontwaardiging in de stem van de kalende man kon geen van beide militairen ontgaan.

"Het spijt me, maar we hebben iedereen nodig."

"Ik kom van Caprica."

"Er zijn hier meer mensen aan boord, die van Caprica afkomstig zijn."

"Ik ben een professor."

"Wat wilt u daarmee zeggen?"

"Ik wil dat u voor het lossen van de raptors andere mensen inzet."

De luitenant keek langs de man heen. Hij zag verderop in de gang de kapitein staan. Ze keek duidelijk geamuseerd en met de armen over elkaar toe. Waarschijnlijk had zij deze man naar hem door gestuurd.

"Mensen die afkomstig zijn van in uw ogen minder ontwikkelde koloniën", reageerde Fatum en onderdrukte met moeite zijn minachting voor de man. "U verdiend geen vrijstelling van het werk omdat u een titeldrager bent. Laten we het eens op een andere manier bekijken. Op welke wijze kunt u wel een bijdrage leven?", vroeg hij beleefder dan de luitenant na zijn eerste woorden voor mogelijk had gehouden.

"Waaraan een bijdrage leveren?"

"Ik houdt u voor een intelligente man. Hoe kunt u zich wel nuttig maken? Als u namelijk geen zinvol werk kan verrichten dan vraag ik me af of het niet beter is om uw dagelijkse rantsoen te verdelen over mensen die veelzijdiger inzetbaar zijn."

Geschokt staarde de man hem aan voor hij zich snel naar de luitenant wendde.

"Hij wil mij laten verhongeren", protesteerde hij met een hoge, bijna overslaande stem.

Fatum schudde het hoofd.

"Nee, ik vertel aan iedereen hier, die het wil horen dat u zich drukt omdat u het sjouw- en sleepwerk ver onder uw niveau vind liggen. Zij zullen vast daar heel veel begrip voor kunnen opbrengen want u kan dat natuurlijk beter dan ik uitleggen waarom u zich drukt. U bent immers een professor."

"Het is chantage", riep de man zonder de sergeant zelfs maar aan te kijken.

Bang voor het beeld dat deze jongere man bij hem had weten op te roepen.

"Nee, het is de waarheid" ging Fatum op een onverbiddelijke toon verder.

"U bent een officier. U bent toch wel in staat om..."

De luitenant schudde langzaam het hoofd.

"Iedereen werkt mee. Ook u", antwoordde hij.

Aphaea draaide zich om. De kapitein had genoeg gezien en gehoord.

"Civvies", mompelde de luitenant zodra de professor buiten gehoorafstand was. De minachting voor de burgers in het algemeen klonk er in door.

"Ik draag het uniform ook nog maar kort, meneer", bracht Fatum hem in herinnering.

Hij glimlachte enigszins om de scherpte van zijn woorden wat te niet te doen.

"Je bent nu één van ons."

De rest leek voor deze officier onbelangrijk te zijn en eigenlijk kon Fatum hem daarin geen ongelijk geven. Het overleg werd voortgezet vanaf het moment waar de professor hen had onderbroken.


scout cruiser Draco

De vier raptors waren op DRADIS verschenen. Het aantal was voor de operateurs al een goed teken. Het beste nieuws volgde wireless.

"Het doelwit is uitgeschakeld."

Deze woorden werden met gejuich ontvangen. Het bericht verspreidde zich in hele korte tijd vanuit het CIC tot over het gehele schip. Het deed de kapitein zichtbaar goed om te zien hoe opgewekt de mensen om hem heen waren geworden. Alle vermoeidheid van de afgelopen dagen leek plotseling te zijn verdwenen.

Na het terug vinden van het konvooi had hij besloten om aandacht te besteden aan het moreel. De Cylons ondermijnden deze reeds door zich alleen maar te laten zien. Vooral onder de burgers zorgde het voor onrust.

"Verspreid deze informatie ook naar de overige schepen."

"Kapitein, ze hebben ook twee overlevenden opgepikt."

"Overlevenden?"

Verward keek Dalum zijn XO aan. Deze haalde slechts haar schouders op.

"Het zijn mensen", voegde de luitenant er verheugd aan toe.

De verwarring bij de kapitein maakte plaats voor argwaan.

"Wat deden zij aan boord van dat schip?", vroeg de kapitein zich hardop af.

"We zullen het spoedig horen", antwoordde Anja, "maar misschien vervoerde het schip wel gevangenen."

"Ik wil dat ze onmiddellijk ondervraagd worden."

Hij had het voorlopige rapport van zijn XO gelezen over het nog steeds lopende onderzoek naar het CNP. De Cylons bleken in staat om het programma gemakkelijk te kunnen infiltreren via ingebouwde achterdeuren. Anja had een civiele ontwikkelaar van computerspellen aangetrokken om haar hierbij te helpen. Bij gebrek aan beter gekwalificeerd personeel had Dalum erin toegestemd. De slonzige jongeman leek nauwelijks zijn tienerjaren te zijn ontgroeid en slaagde er op een bepaalde manier in om voortdurend in de weg te lopen. Beiden waren tot dezelfde conclusie gekomen wat betreft het geïnfiltreerde computerprogramma. De Cylons moesten hier hulp bij hebben gehad van mensen.

"Ja, meneer."

De kapitein had deze conclusie overgenomen tot het tegendeel bewezen zou worden, maar wat hem dwars zat was de ontbrekende motivatie om de machines te helpen bij de vernietiging van de mensheid. Er was zeker afgunst tussen de rijkere en armere koloniën, maar genoeg om tot collaboratie over te gaan?


search and rescue ship 115

Het nieuws bracht de werkzaamheden aan boord voor even tot stilstand. De technici onderbraken de werkzaamheden in het CIC om elkaar lachend op de schouders te kloppen of de hand te schudden. Een enkeling juichte opgetogen. De koloniale marine had de Cylons op gewelddadige wijze laten weten dat er nog altijd mensen in leven waren.

Het toekomstige CIC had veel weg van een ondergrondse bouwplaats. Uit het plafond en vloer kwamen lange kabels waarvan al lettelijk kilometers waren weg gewerkt. De monitoren en computers maakten door gebrek aan stroom geen enkel geluid. Er klonk geen geruststellend gezoem van in gebruik genomen apparatuur. Het geheel werd verlicht door verplaatsbare lampen. Schaduwen dansten op de wanden als de technici door de lichtbanen liepen. Er was nog zoveel te doen dat er in meerdere ploegen werd gewerkt en niet alleen in het CIC. Munitiemagazijnen en een vuurleiding moesten gelijktijdig gerealiseerd worden. Het schip vertoonde inwendig steeds minder overeenkomsten met de originele bouwtekening. Rijen van stapelbedden voor evacués van in nood verkerende schepen moesten plaats maken voor een CIC met een omvang waar ze aan boord van de scout cruiser slechts jaloers op konden zijn en een battlestar niet zou hebben misstaan. Ook aan de buitenkant was er het nodige veranderd. Voor de eigen verdediging waren de nodige wapens aangebracht terwijl de lanceerbuizen aan bakboordzijde een inhoud bevatte waarmee ze zelfs een basestar een gevoelige slag toe konden dienen. De zware kanonnen waren aan de andere kant van het schip onder gebracht. Het gebeurde allemaal zonder de deskundige hulp, die op een werf voorhanden was, maar ook hier met de nodige improvisaties werd gevonden. Deze aanpassingen brachten de oorspronkelijke rol van het schip zodanig in het nauw, dat de kapitein zich gedwongen had gevoeld om zijn bezwaren te uiten. De hulpverleners hadden hun twijfels gehad of iemand als Dalum bereid was om naar hun gezagvoerder te luisteren. Het had in ieder geval geen zichtbaar resultaat gehad. Het werk ging immers gewoon door.


scout cruiser Draco

"Heb je het al gehoord?", vroeg een opgewonden marinier.

"Ja", antwoordde Fatum kortaf en liep met een handdoek over de schouders richting de fitnessruimte. Het zou er heerlijk rustig zijn terwijl iedereen die geen dienst had zich naar de hangar haastte om de opgepikte overlevenden te zien. Volgens de rond gaande verhalen was het een tweeling, waar hij op het moment weinig interesse voor kon opbrengen. Hij had eenvoudig andere prioriteiten.

De marinier keek de sergeant hoofdschuddend na voor hij achter de anderen aan ging. Als de geruchten op waarheid berustte dan waren het twee, knappe vrouwen en hij wilde hen graag met zijn eigen ogen zien.


vrachtschip Hermes

Een jeugdig bemanningslid keek naar de aan boord gebrachte productiemachines. Het behoorde tot de grotere objecten, die de militairen met succes hadden geborgen. Battlestars, de grootste oorlogsschepen in de koloniale vloot, waren ontwikkeld om gedurende langere tijd te kunnen opereren, zonder structurele herbevoorrading. Het waterzuiveringssysteem was er een goed voorbeeld van. Het was zo efficient dat een battlestar, onder normale omstandigheden, pas na jaren de voorraad water moest aanvullen. Ook waren er diverse fabricage faciliteiten aanwezig om grootschalige reparaties na een gevecht aan boord uit te kunnen voeren, munitie te assembleren en bij de nieuwere klassen battlestars uit basismateriaal zelfs viper mark VII's te bouwen om de door squadrons geleden verliezen aan materieel te compenseren.

"Het zit onder de roest. Hebben ze dit soms uit een fabriek gehaald?"

Een grote man in een witte overall schudde het hoofd. Normaal was hij te vinden in de machinekamer van het vrachtschip, maar zijn nieuwsgierigheid had hem naar één van de twaalf ruimen geleid, die het schip in totaal telde.

"Het schijnt afkomstig te zijn van de Mercury. De eerste van een serie battlestars waar deze klasse naar is vernoemd."

"Het ziet er oud uit."

"Idioot, het is geen roest."

Beledigd keek de jongeman op. De machinist wees met een grimmig gezicht naar de talrijke vlekken van de bruin gekleurde substantie.

"Dat is opgedroogd bloed."

"O", was het enige dat de jongeman nog uit kon brengen. Hij trok zijn handen van de machine snel terug en staarde met grote ogen naar de vlekken.


search and rescue ship 115

Fatum liep de brug op terwijl hij in zijn hand iets omhoog hield.

"Kapitein, ik heb hier een programma waarmee marinevliegers worden opgeleid. De door ons aangetroffen simulator was helaas te zwaar beschadigd om mee te nemen, maar het programma kan ook gedownload worden in de simulator hier aan boord. Al zullen de piloten maar moeten fantaseren dat zij werkelijk in de cockpit van een raptor of viper zitten."

"Is dat een bevel?"

"Nee, de koloniale marine weet hier niets van."

De kapitein fronste zijn wenkbrauwen.

"Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?"

"Iemand aan boord van de Draco was me nog wat schuldig."

Een verklaring zonder dat het iets werkelijk verklaarde. De kapitein had het al eens eerder gehoord uit zijn mond en wist inmiddels hoe hij er mee om moest gaan.

"Wil ik weten hoe het precies in elkaar steekt?"

"Nee, meneer."

Het was voldoende voor de kapitein. Soms waren de resultaten belangrijker dan de manier waarop deze bereikt werden en dat gold met name bij Fatum. De man maakte er een gewoonte van om regels anders te interpreteren of zelfs te negeren wanneer het hem uit kwam. De koloniale marine had hier blijkbaar ook geen verandering in kunnen brengen.

"Waarom zou ik hier aan mee werken?"

"Het houdt de piloten bezig en als er nog meer raptors worden geborgen dan zullen ze heel waarschijnlijk hier aan boord worden gestationeerd. Anders dan jullie shuttles beschikken deze toestellen over een FTL."

"Wat wil jij?"

"Mijn vliegbrevet halen."

Het klonk behoorlijk egoïstisch, maar de kapitein wist dat er meer achter zat. Hij vermoedde dat Fatum nog voor veel meer had gezorgd omdat hij na het uitbreken van de vijandelijkheden al zijn zorgen had geuit over de situatie waarin ze als hulpverleners hadden verkeerd. Als de situatie nog verder verergerde dan stonden ze er nu beter voor dan de eerste dag van deze oorlog het geval was geweest.

"Weet je wat de militairen van plan zijn?"

"We blijven voorlopig bij het konvooi en voor de rest weet ik niets met zekerheid."

"Het klinkt alsof je echt een deel van hen uitmaakt."

Fatum haalde de schouders op.

"Binnen kort jullie ook."

Hier kon de kapitein weinig tegenin brengen.

"Bedankt."

"Waarvoor?"

"Voor het programma, voor alles wat ik weet en nog meer voor wat ik niet weet."

Fatum knikte voor er een samenzweerderige grijns op zijn gezicht verscheen.


scout cruiser Draco

Een halve Cylon Centurion lag op de onderzoekstafel. De onderste helft van de robot ontbrak en zweefde nog ergens in de ruimte rond. Tussen de wrakstukken van het schip, waar deze machine tot voor kort op had gediend. De kapitein keek op de bewegingloze Centurion neer. Het vertoonde weinig overeenkomsten met de machines uit de vorige oorlog.

"Jammer dat het geen heel exemplaar is, meneer."

Dalum keek de vrouwelijke technicus naast hem aan. Hij zag dat ze bijna een blad vol met aantekeningen over de Cylon had gemaakt.

"Zo zie ik de toasters het liefste", antwoordde hij nors.

"Ja, meneer", antwoordde San voorzichtig. Zonder te verklaren dat het haar werk om de robot te onderzoeken opmerkelijk lastiger maakte. De kapitein had meteen een analyse van de vijandelijke wrakstukken verlangd, zodra hij op de hoogte was gebracht van het feit dat de vliegers wat souvenirs mee terug hadden genomen.


vrachtschip Dioscuri

Het was indrukwekkend om te zien hoe efficient de beperkte ruimte in de container was benut. Overal om Aphaea stonden gestapelde rijen van bakken met lampen er boven. De aanwezige mensen waren bezig om slangen, sproeikoppen en tijdschakelaars aan te brengen. De container was in een plantenkas veranderd. Het verbaasde haar waarom de militairen hier zo geheimzinnig over hadden gedaan. Ze vond het juist een goed plan om zelfvoorzienend te zijn. Ze had zelf al een paar militaire rantsoenen geprobeerd, maar veelal met tegenzin opgegeten. De Ambrosia had het nog enigszins verdraagbaar gemaakt. Ook de burgers hadden zich er bij haar over lopen te beklagen.


scout cruiser Draco

Dalum had een hekel aan ceremonies, maar hij was zich ook bewust van de noodzaak ervan. De mensen in het konvooi waren dringend aan goed nieuws toe en hij hoopte dat het omdopen van het search and rescue ship 115 in de auxiliary cruiser 115 hier aan bij zou dragen. De uit cijfers bestaande aanduiding van het schip was uit een oud bijgeloof dat je nooit de gegeven naam mocht veranderen intact gebleven.

"Bent u klaar voor vertrek, meneer?"

Anja had hem naar de raptor begeleid. Hij vertrouwde het schip aan haar toe in zijn afwezigheid.

"Ja."

Ze hield hem een doosje voor.

"Wat is dat?"

"De bevelhebber van een eskader draagt de rang van commandeur, meneer. Ik zie dat u nog steeds de rang van kapitein draagt."

"Je hebt gelijk. Hoe tijdelijk deze rang misschien ook mag zijn."

"Meneer?"

"Als we de Galactica vinden dan zal ik weer commandeur af zijn."

"Laat ik in dat geval zeggen geniet er zolang mogelijk van, meneer."

Ze spelde hem zijn nieuwe rang op voor ze salueerde. Hij beantwoordde deze op gepaste wijze, draaide zich om en stapte de raptor in. Door een raam kon hij haar zien blijven wachten terwijl de raptor naar de lift werd verplaatst en hij de XO uit het zicht verloor.


search and rescue ship 115

Op de noodzakelijke bezetting van het schip na had de rest van de bemanning zich in de grootste hangar van het schip verzameld. Commandeur Dalum liet vanaf het podium een goedkeurende blik over hen glijden. De rekruten bevonden zich in verschillende gradaties van hun opleiding, maar zoals ze hier stonden vormden ze toch al een eenheid, waarvan de ruime meerderheid uit hulpverleners bestond. Zij waren al redelijk op elkaar ingespeeld, maar het ontbrak hen nog aan militaire ervaring. Terwijl het voor iedereen afwachten was hoe de burgers zich aan hun nieuwe levensstijl zouden aanpassen. Naast hem stond luitenant Leke. Na zich zeer verdienstelijk te hebben gemaakt aan boord van de Dioscuri vond hij dat deze officier een kans verdiende zich waar te maken als XO van kapitein Dagda.


auxiliary cruiser 115

De hulpverleners en burgers in uniformen van de koloniale marine haastte zich naar de gevechtsposten van de kanonniers om het geschut te bemannen. Het was slechts onderdeel van een proefalarm, maar de rekruten wisten dat de instructeurs de tijd zouden bij houden en iedereen uitscholden die in hun ogen te laat arriveerde of op een andere wijze te traag reageerde. Zoals altijd kwamen ze bijna allemaal aan de beurt om een tirade te ondergaan. Voor Hygeia, die minder aan discipline was gewend dan de hulpverleners aan boord, was het een geheel nieuwe ervaring om al het geschreeuw nu ook buiten de fitnessruimte te horen. Ze bespeurde de grote en kleine veranderingen die door de militairen in de gang waren gezet en waarvan geen weg terug mogelijk was. Als de mensen het zelf al leken te merken en dat laatste betwijfelde de vrouw. Natuurlijk waren er zoals altijd uitzonderingen. Zoals de man voor haar, die met een onbewogen gezicht alles gade sloeg. Fatum was weer eens zonder aankondiging opgedoken.

"Doen ze het goed?"

Fatum keek om.

"We zijn minder gedisciplineerd en dat zorgt ervoor dat we in tegenstelling tot de militairen eerst nadenken voor we gekregen instructies opvolgen. De meeste van ons, althans."

"Heb je zelf daarmee problemen ondervonden?"

Ze zag hem even naar de luitenant kijken. De officier was in gesprek met de kapitein.

"Alleen mijn meerderen", ging hij na enige seconden van stilte verder.

Ze glimlachte.

"Wat gaat het van ons worden?"

"Denk je soms dat ik in de toekomst kan kijken?"

"Nu je het daar over hebt. Aan boord van de Dioscuri schijnt zich een Orakel op te houden."

"En?"

"Misschien wil je me vergezellen."

"Jij gaat het Orakel raadplegen?"

"Eerder mijn nieuwsgierigheid bevredigen."

"Succes."

"Ik kan wel wat gezelschap gebruiken."

"Sinds wanneer moet ik jouw hand beet houden?"

"Jij schijnt heel gemakkelijk een lift te kunnen organiseren. Je bent inmiddels aan boord van alle schepen geweest."

"Op bevel, voor als jij je dat soms afvraagt."

"Dan kan je me onderweg vertellen wat je allemaal doet want ik vraag me een heleboel af."

"Een nee, accepteer je niet, hè?"

Ze haalde haar schouders op en keek hem glimlachend aan. Haar hoofd iets schuin. Een lok haar schoof ze achter een oor. Uit ervaring wist ze dat veel mannen dan een stuk toegeeflijker op haar verzoeken reageerden.


vrachtschip Dioscuri

Zonder zich te haasten wandelde Fatum door de gang. Hij was te vroeg, maar zag de psychologe tot zijn verbazing al staan wachten. Ze was aan het ijsberen. Iets ongewoons voor haar doen.

"Heeft het Orakel je eruit getrapt?", vroeg hij goed gehumeurd.

Hygeia draaide zich met een ruk om. Ze zag er ernstig uit.

"Ze wil jou spreken."

Hij was abrupt blijven staan.

"Ik ben hier omdat jij het me vroeg om een lift te regelen."

"Ze wil jou spreken", herhaalde ze en gebaarde naar de deur waarachter zich het Orakel bevond. Bijna alsof hij het weer vergeten was, na haar hier te hebben gebracht.

"Nee."

"Alsjeblieft?"

Hij draaide zich weer om.

"Ik heb nog werk te doen."

Ze haastte zich achter hem aan.

"Het Orakel wist dingen van mij die ik niemand anders heb verteld."

"Jij was nieuwsgierig naar het Orakel. Je ondervraagd vervolgens mensen uit haar omgeving voor je naar deze vrouw toe gaat en dan ben je verbaasd dat zij hetzelfde doet?"

"Hoe weet je dat ik mensen heb ondervraagd?"

"Het is jouw werkwijze. Herinner je Martha en Lyon nog? Ik stuurde hen naar jou toe. Jij kwam vervolgens naar mij toe om me uit te vragen over hen."

"Ik doe het niet altijd op deze manier", verdedigde ze zich.

"Bij mij heb je dat ook gedaan."

"Jij weigerde met mij te praten. Ik moest wel."

"Nog een soldaat."

Fatum en Hygeia hielden op met kibbelen en keken naar de twee blondines voor hen. Eén droeg een uniform en de ander burgerkleding.

"Ik heb nog niet het genoegen gehad om ons voor te stellen. We zijn zo blij dat jullie ons gered hebben."

Fatum keek geeneens naar de uitgestoken hand. Hij had al enige beschrijvingen van de tweeling vernomen en kon slechts concluderen, dat ze op waarheid waren berust. Deze vrouwen waren inderdaad knap en zonder de kleren niet van elkaar te onderscheiden.

"Jullie hebben helaas het verkeerde moment uitgekozen om kennis te maken, dames", zei hij slechts met een glimlach.

Hygeia haalde haar schouders naar de vrouwen op voor ze Fatum volgde. Verwonderd keken Moira en Maira hen na. Geen enkele man had een gesprek met hen afgewezen, tot nu. Ze wierp een blik op haar zus, die minstens zo verbaasd was als zij.

"Hij zei helaas."

"Het klonk niet bepaald of het hem speet."

"Misschien is hij verlegen."

"Zo zag hij er niet bepaald uit."

Maira kon het slechts beamen.

"Waarschijnlijk kwamen we echt op een ongeschikt moment."

"Wauw", zei Hygeia.

Verrast keek Fatum haar aan.

"Ik heb ook over hen gehoord", verklaarde ze schouderophalend.

Hij schudde het hoofd.


auxiliary cruiser 115

"De oefening wordt wel heel realistisch", bromde de kapitein.

De droge opmerking deed verscheidene mensen opkijken. De luitenant schudde nauwelijks merkbaar zijn hoofd. Hij keurde dergelijke praat af. Deze oorlog was een serieuze bezigheid!

"Actieposten, actieposten. Conditie één, voor het gehele schip. Het is geen oefening meer. Ik herhaal, het is geen oefening meer."

De luitenant stond naast de kapitein, maar de marineofficier voerde nu het commando. Het ontbrak de kapitein aan de militaire capaciteiten van zijn XO om het schip tijdens een gevecht te leiden.

"Meld de raider aan de Draco."

De XO keek in de richting van het communicatiestation, waarachter een oudere vrouw stond. Alle mensen in het CIC droegen een uniform, maar deze vrouw had tot voor kort een burgerbestaan geleid. Een receptioniste, als de luitenant het zich nog goed herinnerde.

"Bevestig de instructie."

Geschrokken keek de vrouw op. Ze herhaalde haastig de woorden van de XO. De luitenant knikt met een verbeten uitdrukking op zijn gezicht. Het bevestigde nog eens dat hij werd omringd door amateurs. Een bemanning bestaande uit een mengsel van hulpverleners en burgers, georganiseerd als een militante organisatie. Aangevuld met een paar militaire adviseurs, zoals hij zelf.

"Tertiaire bewapening, vuur."

De kanonnen begonnen ongelijkmatig hun granaten in de richting van de naderende raider te spuwen. De raider verdween. Woedend sloeg de XO met een gebalde hand op de tafel.

"Jullie schieten net zo slecht als die agenten", snauwde hij.


De vroegere kapitein van de Charybdis sloeg dit alles van aan afstand gade via een camera. De man had vrijwillig de rang van luitenant geaccepteerd en een plaats aan boord van de hulpkruiser als lid van de bemanning. Hij was nog niet over het verlies van zijn schip heen, maar had ook beseft dat er nog genoeg tijd was om te treuren. Aan het plafond waren meerdere monitoren toegevoegd naast de zes bestaande. Nadat het CIC in gebruik was genomen was het de beurt geweest aan de brug om onder handen te worden genomen. Om te beginnen met een betere bepantsering dan voorheen het geval was geweest. Het was noodzakelijk omdat de brug in tegenstelling tot de bijna centraal gelegen CIC aan de voorkant van de romp was bevestigd. Naar de bevooroordeelde mening van de oude luitenant een al van afstand herkenbaar en dus ook kwetsbaar doelwit voor elke raider. Als het CIC tijdens een vijandelijk treffen werd uitgeschakeld dan moest hij het bevel overnemen. De mannen en vrouwen om hem haan zaten op hun plaatsen te wachten op dit moment waarvan niemand kon weten wanneer het aan zou breken. Het kwam zo ver niet. De raider was gesprongen.


douaneschip Terminus

"We krijgen nog wel een nieuwe kans om te laten zien wat we kunnen", bromde de optimistisch gestemde kapitein. Overtuigd dat de raider terug zou keren, maar dan in gezelschap. In zijn grote handen wrijvend liep hij op en neer. Ongeduldig en hunkerend naar actie. De bemanningsleden pasten er wel voor op om hem daarbij voor de voeten te lopen. Jeerom hoefde zich momenteel geen zorgen meer te maken over de snel slinkende voorraad munitie aan boord. Het vrachtschip Hermes speelde daar een belangrijke rol in. Het schip veranderde steeds meer in een vliegende fabriek. Geborgen wrakstukken van schepen werden door de machines aan boord opgeslokt om te worden verwerkt tot waar iets waar het konvooi meer behoefte aan had en dat was voornamelijk munitie in diverse kalibers. De voorraden aan boord van verscheidene schepen moesten immers op peil worden gehouden om de volgende aanval van de Cylons af te kunnen slaan.

'