Spreekuur

a

De concentratie van de vrouw achter het houten bureau was volledig op het beeldscherm gericht. Sonja had de deur open horen gaan, maar bleef zonder zelfs even op te kijken gewoon door gaan met typen. Merel leek het tot haar irritatie nooit te begrijpen dat als iemand haar spreekkamer had verlaten ze zijn of haar dossier wilde bijwerken voor de volgende bezoeker mocht binnen komen. Als ze werkelijk haar huwelijk wilde redden dan moest ze geen werk mee naar huis nemen. Daar was Arjan heel duidelijk in geweest. Sonja hoorde de deur in het slot vallen. Waarom maakte Merel toch geen gebruik van de intercom bij de receptie als ze haar iets te zeggen had? Soms had ze het gevoel alsof de tijd voor Merel op bepaalde gebieden al ver voor de introductie van de mobiele telefoon had stil gestaan. Misschien kwam ze vertellen wat het rumoer in de wachtkamer te betekenen had voor het weer rustig was geworden.


"Wat is er, Merel?"

Na een laatste controle drukte ze, over haar roze bril kijkend, twee knoppen op het toetsenbord tegelijk in. Het dossier was nu in het programma Microsoft Word opgeslagen. Het was stil gebleven bij de deur. Sonja haalde even een hand door haar halflange haar voor ze op keek. Langzaam schoof ze de bril op haar neus verder omhoog om er op een normale manier door heen te kunnen kijken. De om zich heen kijkende jongeman bij de deur gunde haar de tijd om van de schrik te herstellen. Hier in deze werkkamer was het makkelijk om geïntimideerd te raken door het uitgestraalde intellect. Talrijke lijsten met diploma's en certificaten sierden de muur achter de vrouw. Opzij besloeg een boekenkast de gehele muur. De boeken waren allemaal van mooie kaften voorzien en telden elk zo te zien minimaal een paar honderd pagina's. Hij betwijfelde of ze deze zelf allemaal gelezen had.


Ze staarde hem aan. Hij zag er anders uit sinds zijn laatste bezoek. Het lange tot een staart opgebonden haar had hij geheel afgeschoren, maar hij was het. Zonder enige twijfel.

"Waar...", Haar stem liet het even afweten, "waar is Merel?"

Pas nu keek hij haar kant op. De donkere, diepliggende ogen leken wel zwarte gaten in een bleek gezicht.

"O, heette ze zo."

Ze ging stijf rechtop zitten toen hij dichterbij kwam. De vingers van een gehandschoende hand gleden over de monitor op haar grote bureau.

 

"Hebben we een afspraak?", vroeg ze en kende het antwoord al zonder haar agenda er op na te hoeven kijken. De vingers gleden over de intercom en een sierlijk bewerkt klokje dat ze had gekregen van iemand, die ze van haar dwangneuroses had afgeholpen.

"Nee."

"In dat geval kan je bij de receptie een afspraak maken, Karel", reageerde ze beleefd, maar zakelijk. Haar trillende handen hield ze op haar schoot, uit zijn zicht. Hij kon alleen onopgemerkt langs de receptie zijn gekomen als Merel haar plaats had verlaten. Misschien even naar het toilet.


Elk moment kon de receptioniste echter aankloppen en zonder een reactie af te wachten haar met zilverkleurig haar omlijste gezicht om de deur steken om te vragen of de volgende al naar binnen mocht komen. Na een aantal maal achter elkaar haar vingers tot een vuist te hebben gebald en gestrekt voelde ze het trillen afnemen. Rustig bewoog ze haar hand naar de intercom zonder dat hij een poging ondernam om haar tegen te houden. Hij keek onbewogen toe hoe ze op de knop drukte. Na enkele seconden nog een keer en in de volgende vijf seconden minstens zoveel maal als er tijd verstreken was.


Haar blauwe ogen schoten nerveus heen en weer op zoek naar iets anders op haar bureau waarmee ze contact kon leggen met de receptie. Haar mobiele telefoon zat te diep weg gestopt in de handtas om onopvallend te voorschijn te kunnen halen. Een mail versturen met tekst en uitleg zou teveel tijd vergen. Een kreet om hulp op papier zetten en vervolgens uit haar blocnote scheuren om er een vliegtuigje van te vouwen was ook geen optie.

"De laatste keer dat ik haar zag was ze volgens mij ergens naar op zoek", zei de jongeman alsof hij haar gedachten gelezen had. Hij bekeek een goudkleurige pen waarin een tekst was gegraveerd.


Sonja trok haar hand van de intercom terug. Vermoedelijk was hij brutaal genoeg geweest om na binnenkomst rechtstreeks door te lopen, langs de zittende mensen in de wachtkamer en de receptie, om haar spreekkamer binnen te stappen. In dat geval had Merel al de politie gewaarschuwd. Ze had immers een foto van iedereen op een door Sonja verstrekte lijst aan wie ze de toegang tot het gebouw moest ontzeggen. In een aantal gevallen moest de oude vrouw zelfs het politiebureau bellen. Waarschijnlijk had Merel eerst geprobeerd Karel weg te sturen. Het verklaarde het lawaai in de wachtkamer kort voor zijn binnenkomst. Daarna moet ze op zoek zijn gegaan naar het telefoonnummer van het politiebureau om het nummer voor nummer in te toetsen. Zonder gebruik te maken van sneltoetsen, al had ze begrijpend geknikt elke keer als Sonja er iets over had gezegd en nog eens had uitgelegd. Tot het duidelijk was geworden dat de receptioniste in het telefoonboek bleef bladeren tot ze had gevonden wat ze zocht.


Sindsdien had Sonja er over gezwegen. Dat moet hij dus hebben gezien. Merel met haar telefoonboek. Het stelde haar gerust.

"Mijn agenda is voor de rest van de week vol geboekt, Karel."

Hij zag haar met gevouwen handen naar voren leunen nadat ze een snelle blik op haar horloge had geworpen. De smalle mond vertrok iets, maar het was moeilijk te zeggen of hij glimlachte.

"Het zou me verbazen als iemand uit de wachtkamer komt protesteren omdat ik hier ben."

De vrouw raakte haar bril met de opvallend achthoekige glazen aan. Hij had het haar tijdens eerdere bezoeken ook zien doen. Kort voor ze haar uit de boeken vergaarde wijsheden op hem of anderen los liet.


"Het lijkt me beter als ik je door verwijs, Karel, naar iemand die beter in staat is om je te helpen dan ik."

Ze zag hem knikken. Misschien zag hij het nut van haar voorstel wel in.

"Het is een gevoel dat je bij sommige mensen krijgt als je ze tijdens het spreekuur ziet en met ze praat."

"Wat voor gevoel?", vroeg hij geïnteresseerd en liet zijn vingers weer over het bureau glijden om te beginnen met het klokje alles in omgekeerde volgorde aan te raken.

"Dat je ze beter kan vermijden als je dezelfde mensen in hun eigen leefomgeving tegen komt."


Hij knikte weer, maar nu kort. Ze doelde op buiten, de straat. Daar waar niemand zich om een ander bekommerde. Zo ervaarde hij het, tenminste. Zelfs zij had hem niet van het tegendeel kunnen overtuigen. Het was ook een plaats waar je moeilijk kon pronken met mooi ingelijst papier. Daar werd je beoordeeld op je kleding, houding en uitstraling. Hem lieten ze met rust.

"Ik geef je gelijk want sommige mensen zijn gevaarlijk."

Sonja kneep haar blauwe ogen half dicht.

"Ik had het over jou, Karel."


Het had volgens hem weinig zin om het te ontkennen en daarom ondernam hij ook geen enkele poging om Sonja van het tegendeel te overtuigen. Ze kende hem beter dan menig ander persoon. Tijdens zijn eerste, door het gerechtshof afgedwongen bezoek had hij zich voorgesteld, maar voor de rest van het uur geweigerd nog een woord te zeggen. Pas later, nadat hij er achter was gekomen wat een beroepsgeheim eigenlijk inhield, was hij begonnen te praten. Het bleek een verkeerde beslissing te zijn geweest, die hij vandaag kwam corrigeren.


Hij schoof voorzichtig het klokje opzij om half op de hoek van het bureau te gaan zitten.

"Voor ik hier naar binnen kwam heb ik de telefoonkabel door geknipt."

Nerveus maakte ze haar lippen nat met haar tong. Ze keek opnieuw naar het beeldscherm. Het internet kon ze dan wel vergeten.

"Waarom heb... Heb je dat gedaan?"

Sonja toonde weinig meer van haar zelfverzekerdheid waarmee ze geprobeerd had hem door te verwijzen.

"Ik kreeg vandaag bezoek van de politie."

"Wat kwamen ze doen?", vroeg Sonja zacht.


Ze was in de war gebracht door het feit dat hij nu bij haar was. De politie wist immers waar ze het moordwapen konden vinden. Ze had na lang twijfelen haar baan geriskeerd en anoniem de politie gebeld. Gebruikmakend van de aantekeningen om de naar haar luisterende agent van gedetailleerde informatie te voorzien.

"Ze hadden toestemming van justitie om mijn huis ondersteboven te gooien en alles grondig te onderzoeken. Tot mijn verbazing liepen ze rechtstreeks naar de koelkast toe."

"Wat hebben ze daar gevonden?"

"Wat je normaal ook in een koelkast aantreft. Eieren, boter, twee flessen wijn..."

Sonja keek naar de deur terwijl ze hem alles hoorde opsommen wat hij in de koelkast had staan. Waarom kwam Merel ditmaal niet onaangekondigd binnen lopen, zoals ze tot haar ergernis wel eens vaker deed. Meer vragen kwamen bij haar op tot ze iets traag en geluidloos onder de deur door de spreekkamer binnen zag vloeien. Daarna was haar geest volledig leeg. Karel volgde haar starende blik.

"Dat was Merel kwijt geraakt", zei de jongeman onverschillig knikkend alsof hij het zich nu pas herinnerde.


Sonja keek naar het mes in zijn hand alsof ze er gehypnotiseerd door was. Hij had het waarschijnlijk te voorschijn gehaald op het moment ze af was geleid door het bloed bij de deur. Karel hield het voor haar gezicht terwijl hij om het bureau liep en achter haar kwam staan. Hoorde haar ademhaling zwaarder worden toen hij het lemmet tegen haar hals drukte, maar hij won er kostbare tijd mee. Hij was op zoek naar een alternatief. Het mes was te bloederig had hij nu ervaren. Een gemiddeld mens had vijf liter bloed, maar voor zijn gevoel had de receptioniste over wel het dubbele hoeveelheid beschikt.


Elke keer als hij het mes uit haar lichaam had getrokken was het bloed begonnen te stromen. Tot het mes bijna vast kwam te zitten bij het borstbeen en hij inmiddels de tel was kwijt geraakt, maar ze tot zijn verbazing nog altijd ademde. Zwaar rochelend terwijl haar longen volliepen. Nadat hij een stap achteruit had gedaan draaide de vrouw zich op haar buik. Het moest haar een onvoorstelbare kracht hebben gekost.

"Heb je het pistool verplaatst?"

"Wat?"

"De politie vond toch geen wapen in je koelkast?"

"Mijn pistool heb ik daar nooit opgeborgen."

Ze probeerde haar hoofd te draaien, maar verstijfde toen het lemmet haar huid open legde. Een straaltje bloed liep van haar hals naar haar borsten waar het werd geabsorbeerd door haar BH.


"Je hebt tegen mij gelogen?"

Karel haalde zijn schouders op voor hij besefte dat ze dit onmogelijk kon zien.

"Ja."

"Waarom heb je tegen mij gelogen, Karel?"

"Bedankt."

"Waarvoor bedank je me, Karel?"

"Je hebt me geholpen om me zelf beter te leren kennen. Ik weet nu wie ik ben", verklaarde hij, "wat ik ben.'

Hij strekte zijn andere hand uit naar de muis van de computer. Liet het mes op de vloer vallen en wikkelde het snoer van de muis snel om haar hals. Ze probeerde haar vingers er onder te krijgen. Hij begon van twee kanten aan het snoer te trekken. Voelde haar uit de stoel omhoog komen. De computer op het bureau verschoof toen de kabel werd los getrokken. Sonja begon te trappen. Het klokje viel op de vloer kapot. Hij trok haar hoofd achterover. Zag haar rood geworden gezicht. Haar ogen puilden uit. De mond wijd open gesperd. De bloedvaten in haar ogen knapten.


Karel trok de deur voorzichtig open, maar het was nog steeds zo stil buiten de spreekkamer als hij het had achter gelaten. Zelfs nog stiller. Een bloederig spoor liep van de receptie naar de spreekkamer waar de oude vrouw zich moeizaam naar toe had gesleept. Uit haar rug stak de punt van een door hem afgeschoten pijl. Onder haar lichaam lag een uitgestrekte plas bloed. Hij boog zich naar haar toe en veegde het lemmet van het mes schoon aan haar kleding. Hij had eerder Merel ermee bewerkt omdat de pijl haar zwaar had verwond, maar niet fataal was gebleken. Karel pakte de twee bij de receptie neer gelegde handkruisbogen en liep ermee naar zijn, in de wachtkamer, achter gelaten reistas. Vlakbij het bewegingloze lichaam van een man met een pijl in het hoofd net als de vrouw er naast.


Het was allemaal opvallend soepel verlopen. De in een roddelblad verdiepte vrouw had pas iets gemerkt toen de man naast haar tegen haar aan zakte. Hij had onverwachts voldoende tijd gekregen om een wapen te herladen. Zelfs de receptioniste met de telefoon in de hand had hem weinig problemen bezorgd. Sonja had gezegd dat ze Merel heette. Merel probeerde wanhopig met haar ogen bijna dicht geknepen het nummer in het telefoonboek te lezen om het nummer in te toetsen. Ze deed het zonder dekking te zoeken. De jongeman keek voor een laatste maal om zich heen. Draaide met een grimmig gevoel voor humor het bordje bij de deur om en verliet de praktijk van de dokter.

"Open voor spreekuur", las hij buiten hardop en liep neuriënd weg met de reistas over de schouder. Nee, in deze wereld kon je beter niemand in vertrouwen nemen. Zelfs geen personen met een beroepsgeheim.